Zoeken in deze blog

vrijdag, juni 07, 2013

Gewoontes

Ik heb het altijd al gehad. Als ik een tijdje ‘uit’ het sporten ben, heb ik moeite om er weer in te komen. Hoe langer die pauze, hoe moeilijker het is. En andersom, als ik in een ritme zit van regelmatig sporten, geef ik dat niet zo maar op. Ik hoor dat vaker bij mensen om me heen, dus het is vast niet iets van mij persoonlijk. Het zal ongetwijfeld zijn dat iets wat je in dagelijks leven geïncorporeerd hebt, relatief makkelijk is om vol te houden. Als je altijd op woensdagavond sport, zal dat tijdstip niet snel door andere activiteiten worden geclaimd want iedereen – en jijzelf – weten dat je dan sport. Nooit een tweede keer opscheppen bij het avondeten is makkelijker, omdat je heel goed weet dat een bord voldoende blijkt voor de rest van de avond (ook al zou je direct na dat eerste bord nog wel meer kunnen eten). Met andere woorden, over iets dat er ingesleten zit hoef je niet na te denken. Maar bij mij werkt het in ieder geval ook zo dat als ik al een tijd bezig ben met een goede gewoonte – zoals sporten –, het zo zonde zou zijn om dat op te geven. Al dat harde werk voor niets. Terwijl als ik toch al zondig, het relatief weinig schade doet om dat nog heeel even te verlengen. Zo voelt het in ieder geval. En dit is een uitstekend voorbeeld van hoe je brein je voor de gek kan houden. Als je al een tijdje zondigt door niet te bewegen of slecht te eten, is het namelijk extra goed daar zo snel mogelijk een keer sporten of gezond eten tegen over te zetten. En als je al zo goed bezig bent, kan een keertje ‘de mist in gaan’ juist niet zo veel kwaad. Daarbij komt, zo heb ik geleerd, dat het ook niet goed is zo zwart-wit te denken. Een keer iets zoets of vets eten is niet meteen ‘zondigen’ of ‘de mist in gaan’. Het is pas echt verkeerd als je denkt, ik ben nu toch de mist in aan het bewegen, laat ik maar dat hele pak koekjes/bak ijs/zak snoep opeten. Precies de fout die veel mensen maken als ze vreetbuien hebben, die ik zelf ook maakte. Volgens mij is de truc juist wél jezelf te trakteren op dingen die je lekker vindt en jezelf níets te onthouden, maar allemaal met mate.  Dat klinkt cliché en dat besef ik heel goed. Je denkt misschien wat een open deur. Maar oprecht denk ik dat die boodschap in de wereld van het afvallen nog niet geland is. Er zijn zoveel diëten (of levensstijlen) die restrictive zijn. De ene voedselgroep boven de andere verkiezen etc., momenten en manieren van eten beter of slechter noemen. Er bestáát geen ongezond of gezond voedsel, alles draait om hoeveelheden en verhoudingen. In the end gaat het hier om: dat je alle elementen binnenkrijgt die je lijf nodig heeft om te doen wat jij wil dat het doet (gewoon functioneren, spieren doen groeien etc). Als je wil afvallen moet je daarnaast zorgen dat je minder binnenkrijgt dan je verbruikt en als je wil aankomen het omgekeerde. Heel simpel en kennelijk toch heel ingewikkeld. Als jij elke ochtend wil ontbijten met een pizza en een wodka en toch wil afvallen: prima. Zorg dan alleen dat je wat je dan nog aan voedingsstoffen mist de rest van de dag nog binnen krijgt, en dat je niet over je verbruik heen gaat. En dat is lastig met een pizza en een whiskey, je moet nog veel aanvullen qua voedingsstoffen en hebt nog maar weinig calorien over. Maar een pizza op zich ís niet verkeerd. Ik hoop dat mijn boodschap helder is: een stuk cake, een cappuccino, een burger of een toetje na het eten, het kan allemaal. Als het maar in de rest van je ‘dieet’ past. Geniet er dus vooral van.
Grappig... dit stukje begonnen over sporten en gaat inmiddels over eten. Denk dat gedrag en omgaan met gewoontes nogal universeel is. Na dit staaltje psychologie van de koude grond, kan ik toch met gepaste trots mededelen: ik ben na de langzame start gisteren begonnen met mijn nieuwe trainingsschema. Heel anders dan de vorige, maar daar over later meer.

Geen opmerkingen: